Jump to content

Stephen Silvershore

Ravenklauw Zesdejaars
  • Posts

    86
  • Joined

  • Last visited

  • Days Won

    4

Reputation Activity

  1. Heartbreak
    Stephen Silvershore got a reaction from Alexis Eversly in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Kijk, dit irriteerde hem dus. Omdat hij opperde dat zijn vader misschien nog leefde, werd er gelijk naar hem gekeken alsof hij geestelijk niet in orde was. Zijn moeder maakte zich zorgen om hem, maar dat hoefde helemaal niet. Stephen wilde gewoon iemand om mee te praten. Iemand di eniet gelijk zijn argumenten en gedachtes van tafel veegde alsof hij gestoord was. Die wel bereid om te praten over de mogelijkheid dat zijn vader nog leefde. Bij oom Eric kon hij het meeste terecht, al hield die ook dingen achter. Die had echter niet alles ontkent en had hem zelfs de optie gegeven die brief te schrijven. Dat was al meer dan hij van zijn moeder of broer kon verwachten.
     
    “Nee, Harold bedoelt het niet goed”, snauwde Stephen, zijn eindeloos geduld nu toch zo langzamerhand op de proef gesteld. Aan de manier waarop Harold zijn toast te lijf ging, kon hij zien dat zijn broer net zo gefrustreerd was, maar om andere redenen. Stephen haalde nonchalant zijn schouders op, alsof het hem allemaal weinig kons chelen. “Weet ik niet. Ik wil gewoon weten wat zijn verklaring is”. Hij wist eerlijk gezegd ook niet wat hij verwachtte, maar hij kon ook niet alles negeren. Hij was te nieuwsgierig. “Dat heb ik helemaal niet gezegd! Er is geen excuus goed genoeg om dit alles goed te praten, maar dan mag ik nog wel vragen waarom hij ons in de steek gelaten heeft!”. Zijn stem werd steeds luider en hij wilde het liefst zijn eigen toast naar zijn broer gooien. “Ik heb helemaal niet gezegd dat het daarna weer goed is. Ik wil gewoon... Antwoorden”. Zoals hij op alles eenantwoord wilde.
     
    Harold had hem net zo goed in zijn gezicht kunnen slaan. Dat kwam even hard aan als de opmerking dat hij niets gaf om zijn familie. Langzaam stond Stephen op terwijl zijn woede het kookpunt bereikte. Voor het eerst in zijn leven voelde hij zich zo boos dat hij niet wist hoe hij er mee om moest gaan. “JIJ hebt een hekel aan ons! Vanaf het moment dat papa weg was, kon je niets anders dan dan problemen veroorzaken. Ik was hier voor mama, om te zorgen dat ze niet zo alleen was. Maar nee, alles moest draaien om Harold. Harold dit, Harold dat. En als het niet om jou ging dan zorgde je er wel voor”. Hij vroeg zich af wat zijn moeder zou doen als hij Harold daadwerkelijk iets naar zijn hoofd gooide, maar dat was ook weer zonde van haar servies.
     
    “Elke keer als ik over papa begin, dan vegen jullie allebei mijn vragen weg. Jullie praten er overheen alsof er niets aan de hand is!”. En hij was er klaar mee. Stephen smeet gefrustreerd de vork die hij nog in zijn hand had neer. “Ik ga hem zoeken”, besloot hij ter plekke. Hij had geen idee hoe, maar hij verzon wel iets. Misschien. Voor nu wilde hij vooral zowel zijn moeder als zijn broer op de kast jagen. “Ik neem aan dat jullie mij niet gaan helpen?”.
  2. Sob
    Stephen Silvershore got a reaction from Evangeline Lennox in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Nou, de toon was gezet. Stephen had wel verwacht dat Harold zijn best zou doen om niet betrokken te worden bij dit onderwerp, maar dat zijn moeder zo fel reageerde... Hij kromp bijna ineen bij het horen van haar toon. Zijn vader leefde niet. Iemand hield hem voor de gek. Hij wilde zijn moeder er graag op wijzen dat die persoon dan oom Eric zou zijn, maar hij hield dat wijselijk achterwege. Hij wilde geen complete familievete veroorzaken.
     
    “Nou, waar maken jullie je dan druk om?”, reageerde hij geïrriteerd. “Als hij dood is kan hij ook geen brief terug schrijven, niet waar?”. Hij zou echter eerder geloven dat zijn vader hem daadwerkelijk niet wilde contacteren. Ergens durfde hij zijn hand ervoor in het vuur te steken dat zijn vader nog leefde, maar... Nou ja, hij wilde gewoon bewijs. Zijn onderbuik gevoel was niet voldoende.
     
    “Oh? Ik wou dat je mij eens niets te zeggen had”, snauwde Stephen naar zijn broer. Want Harold had normaal gesproken geen moeite om vragen te stellen. Al had hij inmiddels vast wel door dat Stephen toch geen antwoord zou geven als hij dat niet wilde, want hij moest toegeven dat Harold tegenwoordig wat minder opdringerig was. Maar met dit onderwerp was hij gewoon irritant. Hij had dit allemaal veel liever met zijn moeder en broer willen doen, maar van hen hoefde hij dus overduidelijk geen steun te verwachten. Daardoor voelde hij zich enigszins in de steek gelaten.
     
    “Ik snap ook niet zozeer wat het probleem is. Ik wil alleen maar weten waarom hij ons in de steek gelaten heeft. Jullie denken toch niet dat ik hem met open armen terug ga nemen?”.
  3. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Hunter Silvershore in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Nou, de toon was gezet. Stephen had wel verwacht dat Harold zijn best zou doen om niet betrokken te worden bij dit onderwerp, maar dat zijn moeder zo fel reageerde... Hij kromp bijna ineen bij het horen van haar toon. Zijn vader leefde niet. Iemand hield hem voor de gek. Hij wilde zijn moeder er graag op wijzen dat die persoon dan oom Eric zou zijn, maar hij hield dat wijselijk achterwege. Hij wilde geen complete familievete veroorzaken.
     
    “Nou, waar maken jullie je dan druk om?”, reageerde hij geïrriteerd. “Als hij dood is kan hij ook geen brief terug schrijven, niet waar?”. Hij zou echter eerder geloven dat zijn vader hem daadwerkelijk niet wilde contacteren. Ergens durfde hij zijn hand ervoor in het vuur te steken dat zijn vader nog leefde, maar... Nou ja, hij wilde gewoon bewijs. Zijn onderbuik gevoel was niet voldoende.
     
    “Oh? Ik wou dat je mij eens niets te zeggen had”, snauwde Stephen naar zijn broer. Want Harold had normaal gesproken geen moeite om vragen te stellen. Al had hij inmiddels vast wel door dat Stephen toch geen antwoord zou geven als hij dat niet wilde, want hij moest toegeven dat Harold tegenwoordig wat minder opdringerig was. Maar met dit onderwerp was hij gewoon irritant. Hij had dit allemaal veel liever met zijn moeder en broer willen doen, maar van hen hoefde hij dus overduidelijk geen steun te verwachten. Daardoor voelde hij zich enigszins in de steek gelaten.
     
    “Ik snap ook niet zozeer wat het probleem is. Ik wil alleen maar weten waarom hij ons in de steek gelaten heeft. Jullie denken toch niet dat ik hem met open armen terug ga nemen?”.
  4. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Thorsten Nyland in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Nou, de toon was gezet. Stephen had wel verwacht dat Harold zijn best zou doen om niet betrokken te worden bij dit onderwerp, maar dat zijn moeder zo fel reageerde... Hij kromp bijna ineen bij het horen van haar toon. Zijn vader leefde niet. Iemand hield hem voor de gek. Hij wilde zijn moeder er graag op wijzen dat die persoon dan oom Eric zou zijn, maar hij hield dat wijselijk achterwege. Hij wilde geen complete familievete veroorzaken.
     
    “Nou, waar maken jullie je dan druk om?”, reageerde hij geïrriteerd. “Als hij dood is kan hij ook geen brief terug schrijven, niet waar?”. Hij zou echter eerder geloven dat zijn vader hem daadwerkelijk niet wilde contacteren. Ergens durfde hij zijn hand ervoor in het vuur te steken dat zijn vader nog leefde, maar... Nou ja, hij wilde gewoon bewijs. Zijn onderbuik gevoel was niet voldoende.
     
    “Oh? Ik wou dat je mij eens niets te zeggen had”, snauwde Stephen naar zijn broer. Want Harold had normaal gesproken geen moeite om vragen te stellen. Al had hij inmiddels vast wel door dat Stephen toch geen antwoord zou geven als hij dat niet wilde, want hij moest toegeven dat Harold tegenwoordig wat minder opdringerig was. Maar met dit onderwerp was hij gewoon irritant. Hij had dit allemaal veel liever met zijn moeder en broer willen doen, maar van hen hoefde hij dus overduidelijk geen steun te verwachten. Daardoor voelde hij zich enigszins in de steek gelaten.
     
    “Ik snap ook niet zozeer wat het probleem is. Ik wil alleen maar weten waarom hij ons in de steek gelaten heeft. Jullie denken toch niet dat ik hem met open armen terug ga nemen?”.
  5. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Thorsten Nyland in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Hij roerde. En roerde. En roerde totdat er niets meer in zijn thee te roeren viel. Toch bleef hij roeren terwijl hij de bom had laten barsten. Zowel zijn moeder als zijn broer vielen stil en staarden hem aan alsof ze water zagen branden. Stephen staarde in zijn thee, ongemakkelijk onder die blikken. Misschien had hij beter niets kunnen zeggen, maar... Hij was het zat dat het altijd zo ging. Het feit dat zijn vader niet dood was, werd dood gezwegen en dat zat hem niet lekker.
     
    Harold, zoals verwacht, brabbelde er gelijk maar overheen. Stephen staarde hem zwaar geïrriteerd aan, oprecht gefrustreerd dat zijn broer zich er weer zo onderuit probeerde te lullen. Maar zijn moeder vroeg waarom. Stephen negeerde zijn broer voor het moment en staarde haar aan, half verbaasd dat zij niet net zo hard met Harold mee deed. Tja. Waarom had hij die brief eigenlijk geschreven?
     
    “Nou ja, het was niet echt een brief”, zei hij voorzichtig. “Meer alleen een vraag. Om hem te ontmoeten”. Hij schraapte zijn keel. Verder had er ook werkelijks niets in gestaan. “En ik heb dat gevraagd omdat ik het zat ben dat niemand mij de waarheid wilt vertellen”, zei hij een tikkeltje beschuldigend. Alleen zijn oom was eerlijk gweest. Soort van. Maar die ging hij niet verraden want die had hij nodig. Oom Eric was op één of andere manier de link tussen hem en zijn vader. “Papa leeft en ik wil weten waarom hij ons niet op komt zoeken”, mompelde hij kopping. Hij wees naar Harold met zijn theelepeltje. “Wil jij dat ook niet weten?”.
  6. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Thorsten Nyland in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Stephen was niet dom en had heus wel verwacht dat deze rvaag uiteindelijk een keer zou vallen. Het verbaasde hem eigenlijk dat het nog zo lang geduurt had voor Harold of zijn moeder hem zou vragen wat er zo belangrijk was aan deze verwachtte brief. Toch was hij iedere keer weer opgelucht als er geen vragen gesteld werden. Tot nu dus. Harold moest zo nodig zijn mond open trekken.
     
    Kon hij maar zeggen dat hij een vriendinnetje had of dat hij een zeer belangrijke brief verwachtte van een vriend. Of van een universiteit waar hij al geïnformeerd had wat de eisen waren, ook al duurde het nog even voor hij Zweinstein zou verlaten. Aan de andere kant was Stephen het zo langzamerhand ook wel zat dat hij constant zijn mond moest houden als het over zijn vader ging. Hij hield altijd de lieve vrede in ere, hij hield altijd netjes zijn mond, maar hij was gewoon diep teleurgesteld en kwaad dat hij geen enkele reactie op de brief had gehad. Hij kon het zelf ook niet verklaren, maar het zat hem enorm dwars en dus nam hij niet de moeite om zijn mond verder nog te houden.
     
    “Ik heb een brief gestuurd naar papa”, zei hij nonchalant terwijl hij suiker door zijn thee roerde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je iemand schreef die eigenlijk al jaren dood was en nu weer levend, daarnaast een weerwolf was en ook nog eens je vader. “En ik verwacht een antwoord”. Al had hij de hoop al bijna verloren. Hij had een antwoord moeten eisen.
  7. Heartbreak
    Stephen Silvershore got a reaction from Alexis Eversly in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Nou, de toon was gezet. Stephen had wel verwacht dat Harold zijn best zou doen om niet betrokken te worden bij dit onderwerp, maar dat zijn moeder zo fel reageerde... Hij kromp bijna ineen bij het horen van haar toon. Zijn vader leefde niet. Iemand hield hem voor de gek. Hij wilde zijn moeder er graag op wijzen dat die persoon dan oom Eric zou zijn, maar hij hield dat wijselijk achterwege. Hij wilde geen complete familievete veroorzaken.
     
    “Nou, waar maken jullie je dan druk om?”, reageerde hij geïrriteerd. “Als hij dood is kan hij ook geen brief terug schrijven, niet waar?”. Hij zou echter eerder geloven dat zijn vader hem daadwerkelijk niet wilde contacteren. Ergens durfde hij zijn hand ervoor in het vuur te steken dat zijn vader nog leefde, maar... Nou ja, hij wilde gewoon bewijs. Zijn onderbuik gevoel was niet voldoende.
     
    “Oh? Ik wou dat je mij eens niets te zeggen had”, snauwde Stephen naar zijn broer. Want Harold had normaal gesproken geen moeite om vragen te stellen. Al had hij inmiddels vast wel door dat Stephen toch geen antwoord zou geven als hij dat niet wilde, want hij moest toegeven dat Harold tegenwoordig wat minder opdringerig was. Maar met dit onderwerp was hij gewoon irritant. Hij had dit allemaal veel liever met zijn moeder en broer willen doen, maar van hen hoefde hij dus overduidelijk geen steun te verwachten. Daardoor voelde hij zich enigszins in de steek gelaten.
     
    “Ik snap ook niet zozeer wat het probleem is. Ik wil alleen maar weten waarom hij ons in de steek gelaten heeft. Jullie denken toch niet dat ik hem met open armen terug ga nemen?”.
  8. Sob
    Stephen Silvershore got a reaction from Saxon Thwaite in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Hij roerde. En roerde. En roerde totdat er niets meer in zijn thee te roeren viel. Toch bleef hij roeren terwijl hij de bom had laten barsten. Zowel zijn moeder als zijn broer vielen stil en staarden hem aan alsof ze water zagen branden. Stephen staarde in zijn thee, ongemakkelijk onder die blikken. Misschien had hij beter niets kunnen zeggen, maar... Hij was het zat dat het altijd zo ging. Het feit dat zijn vader niet dood was, werd dood gezwegen en dat zat hem niet lekker.
     
    Harold, zoals verwacht, brabbelde er gelijk maar overheen. Stephen staarde hem zwaar geïrriteerd aan, oprecht gefrustreerd dat zijn broer zich er weer zo onderuit probeerde te lullen. Maar zijn moeder vroeg waarom. Stephen negeerde zijn broer voor het moment en staarde haar aan, half verbaasd dat zij niet net zo hard met Harold mee deed. Tja. Waarom had hij die brief eigenlijk geschreven?
     
    “Nou ja, het was niet echt een brief”, zei hij voorzichtig. “Meer alleen een vraag. Om hem te ontmoeten”. Hij schraapte zijn keel. Verder had er ook werkelijks niets in gestaan. “En ik heb dat gevraagd omdat ik het zat ben dat niemand mij de waarheid wilt vertellen”, zei hij een tikkeltje beschuldigend. Alleen zijn oom was eerlijk gweest. Soort van. Maar die ging hij niet verraden want die had hij nodig. Oom Eric was op één of andere manier de link tussen hem en zijn vader. “Papa leeft en ik wil weten waarom hij ons niet op komt zoeken”, mompelde hij kopping. Hij wees naar Harold met zijn theelepeltje. “Wil jij dat ook niet weten?”.
  9. Sob
    Stephen Silvershore got a reaction from Evangeline Lennox in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Hij roerde. En roerde. En roerde totdat er niets meer in zijn thee te roeren viel. Toch bleef hij roeren terwijl hij de bom had laten barsten. Zowel zijn moeder als zijn broer vielen stil en staarden hem aan alsof ze water zagen branden. Stephen staarde in zijn thee, ongemakkelijk onder die blikken. Misschien had hij beter niets kunnen zeggen, maar... Hij was het zat dat het altijd zo ging. Het feit dat zijn vader niet dood was, werd dood gezwegen en dat zat hem niet lekker.
     
    Harold, zoals verwacht, brabbelde er gelijk maar overheen. Stephen staarde hem zwaar geïrriteerd aan, oprecht gefrustreerd dat zijn broer zich er weer zo onderuit probeerde te lullen. Maar zijn moeder vroeg waarom. Stephen negeerde zijn broer voor het moment en staarde haar aan, half verbaasd dat zij niet net zo hard met Harold mee deed. Tja. Waarom had hij die brief eigenlijk geschreven?
     
    “Nou ja, het was niet echt een brief”, zei hij voorzichtig. “Meer alleen een vraag. Om hem te ontmoeten”. Hij schraapte zijn keel. Verder had er ook werkelijks niets in gestaan. “En ik heb dat gevraagd omdat ik het zat ben dat niemand mij de waarheid wilt vertellen”, zei hij een tikkeltje beschuldigend. Alleen zijn oom was eerlijk gweest. Soort van. Maar die ging hij niet verraden want die had hij nodig. Oom Eric was op één of andere manier de link tussen hem en zijn vader. “Papa leeft en ik wil weten waarom hij ons niet op komt zoeken”, mompelde hij kopping. Hij wees naar Harold met zijn theelepeltje. “Wil jij dat ook niet weten?”.
  10. Grimace
    Stephen Silvershore got a reaction from Evangeline Lennox in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Stephen was niet dom en had heus wel verwacht dat deze rvaag uiteindelijk een keer zou vallen. Het verbaasde hem eigenlijk dat het nog zo lang geduurt had voor Harold of zijn moeder hem zou vragen wat er zo belangrijk was aan deze verwachtte brief. Toch was hij iedere keer weer opgelucht als er geen vragen gesteld werden. Tot nu dus. Harold moest zo nodig zijn mond open trekken.
     
    Kon hij maar zeggen dat hij een vriendinnetje had of dat hij een zeer belangrijke brief verwachtte van een vriend. Of van een universiteit waar hij al geïnformeerd had wat de eisen waren, ook al duurde het nog even voor hij Zweinstein zou verlaten. Aan de andere kant was Stephen het zo langzamerhand ook wel zat dat hij constant zijn mond moest houden als het over zijn vader ging. Hij hield altijd de lieve vrede in ere, hij hield altijd netjes zijn mond, maar hij was gewoon diep teleurgesteld en kwaad dat hij geen enkele reactie op de brief had gehad. Hij kon het zelf ook niet verklaren, maar het zat hem enorm dwars en dus nam hij niet de moeite om zijn mond verder nog te houden.
     
    “Ik heb een brief gestuurd naar papa”, zei hij nonchalant terwijl hij suiker door zijn thee roerde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je iemand schreef die eigenlijk al jaren dood was en nu weer levend, daarnaast een weerwolf was en ook nog eens je vader. “En ik verwacht een antwoord”. Al had hij de hoop al bijna verloren. Hij had een antwoord moeten eisen.
  11. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Evangeline Lennox in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Begin januari 1842
     
    “Is er een brief voor me?”.
     
    Het was de standaard begroeting van Stephen inmiddels. Met de feestdagen was hij thuis en kwam de post niet per se tijdens het ontbijt, maar hij kon het toch niet laten om het elke ochtend even te vragen. Want hij hoopte op een brief. Of in ieder geval een berichtje. En toch had hij nooit een antwoord verwacht, vanaf het begin niet. Hij had al in oktober een bericht gestuurd via zijn oom naar zijn vader. Ene rgens wist hij ook wel dat zijn vader nooit zou reageren. Maar toch... Hij had gehoopt. Stom natuurlijk. Misschien had zijn oom niet eens de kans gehad om het briefje aan zijn vader te geven. Misschien had zijn vader niet eens de moeite genomen om het te lezen. Misschien was het briefje wel verloren gegaan. Er konden allerlei redenen zijn, maar de meest pijnlijke leek ook wel de meest logische; zijn vader wilde gewoon niets met hem te maken hebben. En waarom zou hij? Hij was tenslotte jaren geleden al vertrokken.
     
    Behalve zijn oom Eric, wist niemand daarvan af. Zowel zijn moeder als zijn broer hielden nog altijd hartstochtelijk voor dat zijn vader dood was. Ze zouden vast niet al te best reageren als ze wisten dat Stephen daar anders over dacht. Ze waren soms al geïrriteerd genoeg door zijn vragen. Hij wilde maar al te graag dat hij het er met hen over kon hebben, maar hij wilde zijn moeder geen pijn doen of teleur stellen en Harold... Nou ja, als hij het Harold zou vertellen dan werd het toch wel weer ruzie.
     
    Maar ook deze ochtend kwam Stephen naar beneden, zijn haar nog steeds in de war terwijl hij aan de ontbijt tafel ging zitten. De feestdagen waren voorbij en Zweinstein riep alweer, maar voor nu startte hij de dag nog altijd met steevast dezelfde begroeting.
     
    “Is er een brief voor me?”.
  12. Heartbreak
    Stephen Silvershore got a reaction from Alexis Eversly in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Hij roerde. En roerde. En roerde totdat er niets meer in zijn thee te roeren viel. Toch bleef hij roeren terwijl hij de bom had laten barsten. Zowel zijn moeder als zijn broer vielen stil en staarden hem aan alsof ze water zagen branden. Stephen staarde in zijn thee, ongemakkelijk onder die blikken. Misschien had hij beter niets kunnen zeggen, maar... Hij was het zat dat het altijd zo ging. Het feit dat zijn vader niet dood was, werd dood gezwegen en dat zat hem niet lekker.
     
    Harold, zoals verwacht, brabbelde er gelijk maar overheen. Stephen staarde hem zwaar geïrriteerd aan, oprecht gefrustreerd dat zijn broer zich er weer zo onderuit probeerde te lullen. Maar zijn moeder vroeg waarom. Stephen negeerde zijn broer voor het moment en staarde haar aan, half verbaasd dat zij niet net zo hard met Harold mee deed. Tja. Waarom had hij die brief eigenlijk geschreven?
     
    “Nou ja, het was niet echt een brief”, zei hij voorzichtig. “Meer alleen een vraag. Om hem te ontmoeten”. Hij schraapte zijn keel. Verder had er ook werkelijks niets in gestaan. “En ik heb dat gevraagd omdat ik het zat ben dat niemand mij de waarheid wilt vertellen”, zei hij een tikkeltje beschuldigend. Alleen zijn oom was eerlijk gweest. Soort van. Maar die ging hij niet verraden want die had hij nodig. Oom Eric was op één of andere manier de link tussen hem en zijn vader. “Papa leeft en ik wil weten waarom hij ons niet op komt zoeken”, mompelde hij kopping. Hij wees naar Harold met zijn theelepeltje. “Wil jij dat ook niet weten?”.
  13. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Tristan Johnson in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Begin januari 1842
     
    “Is er een brief voor me?”.
     
    Het was de standaard begroeting van Stephen inmiddels. Met de feestdagen was hij thuis en kwam de post niet per se tijdens het ontbijt, maar hij kon het toch niet laten om het elke ochtend even te vragen. Want hij hoopte op een brief. Of in ieder geval een berichtje. En toch had hij nooit een antwoord verwacht, vanaf het begin niet. Hij had al in oktober een bericht gestuurd via zijn oom naar zijn vader. Ene rgens wist hij ook wel dat zijn vader nooit zou reageren. Maar toch... Hij had gehoopt. Stom natuurlijk. Misschien had zijn oom niet eens de kans gehad om het briefje aan zijn vader te geven. Misschien had zijn vader niet eens de moeite genomen om het te lezen. Misschien was het briefje wel verloren gegaan. Er konden allerlei redenen zijn, maar de meest pijnlijke leek ook wel de meest logische; zijn vader wilde gewoon niets met hem te maken hebben. En waarom zou hij? Hij was tenslotte jaren geleden al vertrokken.
     
    Behalve zijn oom Eric, wist niemand daarvan af. Zowel zijn moeder als zijn broer hielden nog altijd hartstochtelijk voor dat zijn vader dood was. Ze zouden vast niet al te best reageren als ze wisten dat Stephen daar anders over dacht. Ze waren soms al geïrriteerd genoeg door zijn vragen. Hij wilde maar al te graag dat hij het er met hen over kon hebben, maar hij wilde zijn moeder geen pijn doen of teleur stellen en Harold... Nou ja, als hij het Harold zou vertellen dan werd het toch wel weer ruzie.
     
    Maar ook deze ochtend kwam Stephen naar beneden, zijn haar nog steeds in de war terwijl hij aan de ontbijt tafel ging zitten. De feestdagen waren voorbij en Zweinstein riep alweer, maar voor nu startte hij de dag nog altijd met steevast dezelfde begroeting.
     
    “Is er een brief voor me?”.
  14. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Tristan Johnson in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Stephen was niet dom en had heus wel verwacht dat deze rvaag uiteindelijk een keer zou vallen. Het verbaasde hem eigenlijk dat het nog zo lang geduurt had voor Harold of zijn moeder hem zou vragen wat er zo belangrijk was aan deze verwachtte brief. Toch was hij iedere keer weer opgelucht als er geen vragen gesteld werden. Tot nu dus. Harold moest zo nodig zijn mond open trekken.
     
    Kon hij maar zeggen dat hij een vriendinnetje had of dat hij een zeer belangrijke brief verwachtte van een vriend. Of van een universiteit waar hij al geïnformeerd had wat de eisen waren, ook al duurde het nog even voor hij Zweinstein zou verlaten. Aan de andere kant was Stephen het zo langzamerhand ook wel zat dat hij constant zijn mond moest houden als het over zijn vader ging. Hij hield altijd de lieve vrede in ere, hij hield altijd netjes zijn mond, maar hij was gewoon diep teleurgesteld en kwaad dat hij geen enkele reactie op de brief had gehad. Hij kon het zelf ook niet verklaren, maar het zat hem enorm dwars en dus nam hij niet de moeite om zijn mond verder nog te houden.
     
    “Ik heb een brief gestuurd naar papa”, zei hij nonchalant terwijl hij suiker door zijn thee roerde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je iemand schreef die eigenlijk al jaren dood was en nu weer levend, daarnaast een weerwolf was en ook nog eens je vader. “En ik verwacht een antwoord”. Al had hij de hoop al bijna verloren. Hij had een antwoord moeten eisen.
  15. Grimace
    Stephen Silvershore got a reaction from Hunter Silvershore in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Stephen was niet dom en had heus wel verwacht dat deze rvaag uiteindelijk een keer zou vallen. Het verbaasde hem eigenlijk dat het nog zo lang geduurt had voor Harold of zijn moeder hem zou vragen wat er zo belangrijk was aan deze verwachtte brief. Toch was hij iedere keer weer opgelucht als er geen vragen gesteld werden. Tot nu dus. Harold moest zo nodig zijn mond open trekken.
     
    Kon hij maar zeggen dat hij een vriendinnetje had of dat hij een zeer belangrijke brief verwachtte van een vriend. Of van een universiteit waar hij al geïnformeerd had wat de eisen waren, ook al duurde het nog even voor hij Zweinstein zou verlaten. Aan de andere kant was Stephen het zo langzamerhand ook wel zat dat hij constant zijn mond moest houden als het over zijn vader ging. Hij hield altijd de lieve vrede in ere, hij hield altijd netjes zijn mond, maar hij was gewoon diep teleurgesteld en kwaad dat hij geen enkele reactie op de brief had gehad. Hij kon het zelf ook niet verklaren, maar het zat hem enorm dwars en dus nam hij niet de moeite om zijn mond verder nog te houden.
     
    “Ik heb een brief gestuurd naar papa”, zei hij nonchalant terwijl hij suiker door zijn thee roerde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je iemand schreef die eigenlijk al jaren dood was en nu weer levend, daarnaast een weerwolf was en ook nog eens je vader. “En ik verwacht een antwoord”. Al had hij de hoop al bijna verloren. Hij had een antwoord moeten eisen.
  16. Grimace
    Stephen Silvershore got a reaction from Alexis Eversly in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Stephen was niet dom en had heus wel verwacht dat deze rvaag uiteindelijk een keer zou vallen. Het verbaasde hem eigenlijk dat het nog zo lang geduurt had voor Harold of zijn moeder hem zou vragen wat er zo belangrijk was aan deze verwachtte brief. Toch was hij iedere keer weer opgelucht als er geen vragen gesteld werden. Tot nu dus. Harold moest zo nodig zijn mond open trekken.
     
    Kon hij maar zeggen dat hij een vriendinnetje had of dat hij een zeer belangrijke brief verwachtte van een vriend. Of van een universiteit waar hij al geïnformeerd had wat de eisen waren, ook al duurde het nog even voor hij Zweinstein zou verlaten. Aan de andere kant was Stephen het zo langzamerhand ook wel zat dat hij constant zijn mond moest houden als het over zijn vader ging. Hij hield altijd de lieve vrede in ere, hij hield altijd netjes zijn mond, maar hij was gewoon diep teleurgesteld en kwaad dat hij geen enkele reactie op de brief had gehad. Hij kon het zelf ook niet verklaren, maar het zat hem enorm dwars en dus nam hij niet de moeite om zijn mond verder nog te houden.
     
    “Ik heb een brief gestuurd naar papa”, zei hij nonchalant terwijl hij suiker door zijn thee roerde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je iemand schreef die eigenlijk al jaren dood was en nu weer levend, daarnaast een weerwolf was en ook nog eens je vader. “En ik verwacht een antwoord”. Al had hij de hoop al bijna verloren. Hij had een antwoord moeten eisen.
  17. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Thorsten Nyland in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Begin januari 1842
     
    “Is er een brief voor me?”.
     
    Het was de standaard begroeting van Stephen inmiddels. Met de feestdagen was hij thuis en kwam de post niet per se tijdens het ontbijt, maar hij kon het toch niet laten om het elke ochtend even te vragen. Want hij hoopte op een brief. Of in ieder geval een berichtje. En toch had hij nooit een antwoord verwacht, vanaf het begin niet. Hij had al in oktober een bericht gestuurd via zijn oom naar zijn vader. Ene rgens wist hij ook wel dat zijn vader nooit zou reageren. Maar toch... Hij had gehoopt. Stom natuurlijk. Misschien had zijn oom niet eens de kans gehad om het briefje aan zijn vader te geven. Misschien had zijn vader niet eens de moeite genomen om het te lezen. Misschien was het briefje wel verloren gegaan. Er konden allerlei redenen zijn, maar de meest pijnlijke leek ook wel de meest logische; zijn vader wilde gewoon niets met hem te maken hebben. En waarom zou hij? Hij was tenslotte jaren geleden al vertrokken.
     
    Behalve zijn oom Eric, wist niemand daarvan af. Zowel zijn moeder als zijn broer hielden nog altijd hartstochtelijk voor dat zijn vader dood was. Ze zouden vast niet al te best reageren als ze wisten dat Stephen daar anders over dacht. Ze waren soms al geïrriteerd genoeg door zijn vragen. Hij wilde maar al te graag dat hij het er met hen over kon hebben, maar hij wilde zijn moeder geen pijn doen of teleur stellen en Harold... Nou ja, als hij het Harold zou vertellen dan werd het toch wel weer ruzie.
     
    Maar ook deze ochtend kwam Stephen naar beneden, zijn haar nog steeds in de war terwijl hij aan de ontbijt tafel ging zitten. De feestdagen waren voorbij en Zweinstein riep alweer, maar voor nu startte hij de dag nog altijd met steevast dezelfde begroeting.
     
    “Is er een brief voor me?”.
  18. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Hunter Silvershore in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Begin januari 1842
     
    “Is er een brief voor me?”.
     
    Het was de standaard begroeting van Stephen inmiddels. Met de feestdagen was hij thuis en kwam de post niet per se tijdens het ontbijt, maar hij kon het toch niet laten om het elke ochtend even te vragen. Want hij hoopte op een brief. Of in ieder geval een berichtje. En toch had hij nooit een antwoord verwacht, vanaf het begin niet. Hij had al in oktober een bericht gestuurd via zijn oom naar zijn vader. Ene rgens wist hij ook wel dat zijn vader nooit zou reageren. Maar toch... Hij had gehoopt. Stom natuurlijk. Misschien had zijn oom niet eens de kans gehad om het briefje aan zijn vader te geven. Misschien had zijn vader niet eens de moeite genomen om het te lezen. Misschien was het briefje wel verloren gegaan. Er konden allerlei redenen zijn, maar de meest pijnlijke leek ook wel de meest logische; zijn vader wilde gewoon niets met hem te maken hebben. En waarom zou hij? Hij was tenslotte jaren geleden al vertrokken.
     
    Behalve zijn oom Eric, wist niemand daarvan af. Zowel zijn moeder als zijn broer hielden nog altijd hartstochtelijk voor dat zijn vader dood was. Ze zouden vast niet al te best reageren als ze wisten dat Stephen daar anders over dacht. Ze waren soms al geïrriteerd genoeg door zijn vragen. Hij wilde maar al te graag dat hij het er met hen over kon hebben, maar hij wilde zijn moeder geen pijn doen of teleur stellen en Harold... Nou ja, als hij het Harold zou vertellen dan werd het toch wel weer ruzie.
     
    Maar ook deze ochtend kwam Stephen naar beneden, zijn haar nog steeds in de war terwijl hij aan de ontbijt tafel ging zitten. De feestdagen waren voorbij en Zweinstein riep alweer, maar voor nu startte hij de dag nog altijd met steevast dezelfde begroeting.
     
    “Is er een brief voor me?”.
  19. Pleading
    Stephen Silvershore got a reaction from Alexis Eversly in [1842]"Is er een brief voor me?"   
    Begin januari 1842
     
    “Is er een brief voor me?”.
     
    Het was de standaard begroeting van Stephen inmiddels. Met de feestdagen was hij thuis en kwam de post niet per se tijdens het ontbijt, maar hij kon het toch niet laten om het elke ochtend even te vragen. Want hij hoopte op een brief. Of in ieder geval een berichtje. En toch had hij nooit een antwoord verwacht, vanaf het begin niet. Hij had al in oktober een bericht gestuurd via zijn oom naar zijn vader. Ene rgens wist hij ook wel dat zijn vader nooit zou reageren. Maar toch... Hij had gehoopt. Stom natuurlijk. Misschien had zijn oom niet eens de kans gehad om het briefje aan zijn vader te geven. Misschien had zijn vader niet eens de moeite genomen om het te lezen. Misschien was het briefje wel verloren gegaan. Er konden allerlei redenen zijn, maar de meest pijnlijke leek ook wel de meest logische; zijn vader wilde gewoon niets met hem te maken hebben. En waarom zou hij? Hij was tenslotte jaren geleden al vertrokken.
     
    Behalve zijn oom Eric, wist niemand daarvan af. Zowel zijn moeder als zijn broer hielden nog altijd hartstochtelijk voor dat zijn vader dood was. Ze zouden vast niet al te best reageren als ze wisten dat Stephen daar anders over dacht. Ze waren soms al geïrriteerd genoeg door zijn vragen. Hij wilde maar al te graag dat hij het er met hen over kon hebben, maar hij wilde zijn moeder geen pijn doen of teleur stellen en Harold... Nou ja, als hij het Harold zou vertellen dan werd het toch wel weer ruzie.
     
    Maar ook deze ochtend kwam Stephen naar beneden, zijn haar nog steeds in de war terwijl hij aan de ontbijt tafel ging zitten. De feestdagen waren voorbij en Zweinstein riep alweer, maar voor nu startte hij de dag nog altijd met steevast dezelfde begroeting.
     
    “Is er een brief voor me?”.
×
×
  • Create New...